eerste foto's
Hier zijn een paar foto's. Ze draaien rond het idee dat mensen nut en zin geven aan dingen die compleet nutteloos zijn. Op de foto's zijn mijn oogleden beschilderd, en er staan andere ogen op. Dit staat als een metafoor voor met andere ogen naar de wereld te kijken en enkel de dingen te zien die je wilt zien. De zak staat voor je beperkte wereld. En de ogen hoe dat je ernaar kijkt. De wereld maak je altijd zelf. We laten enkel de dingen toe die we willen toelaten. De zak is voorlopig nogal agressief, het komt een beetje over als "moordenaar trekt zak over slachtoffers hoofd". Ik wil zeker en vast plastic gebruiken, maar misschien op een minder agressieve manier. De laatste foto is de richting die ik uit wil.
Nog steeds volg ik vol enthousiasme je zoektocht naar dit denkbeeld, deze opstelling die duidelijk verder evolueert naar zijn einddoel. Je hebt al vanaf ons eerste gesprek (buiten het ‘filodaten’ om) er een zekere en specifieke visie op na gehad die je met goede argumenten en stellingen hebt weten op te bouwen. Je gaat er van uit, zoals je zegt, dat de mens angst heeft voor de nutteloosheid. Iets dat totaal geen nut heeft kan hem licht irriteren (zitten druimdraaien in de wachtkamer) tot hem volledig met vrees bevangen (de gedachte dat een onderneming, zijn leven of het universum geen zin heeft en dus nutteloos is). We hebben nutteloosheid niet graag, of althans de westerse, 21ste eeuwse kapitalistische mens niet. Eeuwen van ‘beschaving' hebben ons langzaam maar zeker in een echt rendementsdenken doen verzanden; alles moet altijd zo efficiënt mogelijk zijn, je moet ook minstens één levensdoel hebben en een ideologie aanhangen. Verder stel je jezelf tevreden met het filosoferen over het leven en stel je vast dat bijvoorbeeld liefde alles nuttig (of in deze context eerder “zinvol”) maakt, of geluk of zelfs de Ervaring in het algemeen. Deze “moderne” mens is zodanig aan zijn maatschappij gewend dat hij iets nutteloos niet meer verdragen kan. Daarom hoor je van mensen die een tijdje op een plaats ver weg van “onze samenleving” zijn geweest hoe ze moeite hadden om te gaan met “de stilte” en “dat vervelende gevoel van nutteloosheid”. Het leven vertraagt en je leert dan gewoon echt wachten (en dat vinden sommigen dan “zo lekker relaxt”).
BeantwoordenVerwijderenWat doet de mens dan met zaken die intrinsiek nutteloos zijn?
Ofwel probeert hij ze zo veel mogelijk uit de weg te gaan (we halen onze smartphone boven in de wachtkamer) en daar lukken we tegenwoordig aardig in; we hebben een hele industrie die verveling bestrijdt en dat ook als nuttig verkoopt (de hoogst mogelijke score halen op je spelletje). Ofwel we proberen het als “nuttig” voor te stellen, met andere woorden: we geven nut aan het nutteloze om ons heen.
Zo heb je bijvoorbeeld sport, wat op zich een volledig nutteloze bezigheid is. Alleen is er opnieuw een volledige industrie, een cultuur, een wereld om die bezigheid gebouwd. Voor sommige mensen is sport verworden tot iets dat hun tijd en dagelijkse leven volledig inneemt. Maar wat is het nut van achter een bal aan te hollen of van je krachtige atletische lichaam in de spiegel te bekijken nadat je een marathon hebt gelopen? Het voelt goed. Waarom? Omdat het een bewijs is van je prestatie. Wat is het nut van die prestatie? Geen idee. Misschien is die prestatie gewoon een aangeleerd idee en dient zij slechts om de adembenemende leegte van het universum te verbergen. We hebben er alleszins ons eigen nut aan gegeven, maar misschien zou een vreemde, intelligente diersoort het een domme verspilling van tijd en energie noemen.
Zo ook heb je ook kunst gedefinieerd als iets dat op zich volledig nutteloos is, maar waar de mens zin aan gegeven heeft. Hoewel veel mensen kunst mooi vinden en in staat zijn het te koesteren zou een vreemde diersoort het als een slecht gebruik van materiaal en energie noemen. Zoals bij sport bestaan er mensen die van kunst hun dagelijkse bezigheid maken en is er een kunstwereld waarin men zich volledig kan onderdompelen.
Nu ik ongeveer de gedachte heb geformuleerd voel ik dat ik (godzijdank!) beter in staat ben je opstelling te begrijpen.
BeantwoordenVerwijderenEen plastic zak als metafoor voor ons transparant, broos (en misschien lekkend -hoe zouden we anders kunnen ademenen?) wereldbeeld. De zak is teglijkertijd iets triviaals -maar wel een bijzonder nuttig voorwerp- maar krijgt hier een totaal andere betekenis. Dit contrast vind ik zelf een fijne gedachte.
De ogen die overschilderd zijn, die ons werkelijk inzicht -misschien doelbewust- blokkeren; anders hadden we al lang in de oneindig grotere leegte gestaard die we doorheen de zak kunnen ontwaren. De zwarte vegen onder de ogen geven ook wel de stemming hierbij mee; het stemt droevig dat de mens slechts een wezen dat zich bang verbergt in zijn eigen wereld, waarden en denkbeelden. Hij kan slecht moeilijk over het muurtje kijken. Nu ik er zo naar kijk, zie ik ineens wel een verband met Plato’s Allegorie van de grot, waarbij mensen misschien moeten worden aangespoord om zich toch los te wurmen uit de plastic zak en in de grote leegt moeten durven stappen. De ogen zelf hebben iets onwezenlijks alsof de zelfs kleppen, die we er zelf op hebben gelegd, niet kunnen geloven wat ze in de buitenwereld waarnemen.
Het feit dat de foto’s in zwart-wit zijn vind ik ook goed (hoewel ik geen idee van hoe een gekleurde foto er uit zou zien en belangrijker, zou aanvoelen). Eerst en vooral zorgt het ervoor dat de foto’s een meer serieuze toon hebben. Wat ook een rol speelt is dat zwart-wit tegelijkertijd egaliseert (en dus voor minder afleiding zorgt) en het contrast tussen licht en donker versterkt. Zo wordt het verschil tussen de plastic zak en je haar of je gezicht versterkt (en dus de relatie object-persoon). Ook het half doorschijnende en half weerkaatsende oppervlak van de plastic zak komt tot zijn recht dankzij zwart-wit.
Met de juiste context (bv. een titel!) sporen de foto’s ons aan ons de vraag te stellen wat kunst nog mag betekenen in de 21ste eeuw. Zal het verdwijnen onder het strakke efficiëntiedenken of vergeten worden door de aanwezigheid van veel dringendere problemen zoals de klimaatopwarming? Of zal het nutsdenken de kunst juist inpalmen en haar radicaal veranderen in iets consumeerbaars, bv. zoals een plastic zak? Zal kunst weer toebehoren aan de elite die haar vanwege snobistische neigingen zal aanbidden? Of zal ze een symbool van vrijheid worden voor de onderdrukte groepen in de samenleving? (tot welke groepen zal ze tot "nut" zijn?) Zal kunst nog materieel zijn of volledig digitaal gaan en zal er slechts leegte overblijven in een kunstgalerij of museum (een lege zak?).
Nee, het blijft een feit: de Zin en het Nut vergelijken en combineren met en stellen tegenover kunst blijft een zeer interessant gedachte-experiment. Belangrijker voor jou, Enak, is dat dit streven ook geslaagd vervat wordt in je kunstwerk.